De voorbereiding
Toen het voor mij vaststond dat ik mij wilde laten opereren, was de afspraak met het AZG snel gemaakt. In februari 2003 ben ik voor het eerst bij de cardiothoracaal chirurge geweest en zijn er röntgenfoto's gemaakt. Later moest ik nog terugkomen voor een CT-scan en een longfunctietest.Uit de CT-scan blijkt duidelijk dat het ingedeukte borstbeen op het hart drukt, waardoor dit enigszins naar links wordt verplaatst. Ondanks dat mijn longen veel minder ruimte hebben dan normaal, bleek mijn longfunctie goed te zijn. Het AZG had op dat moment nog geen volwassenen met de Nuss-procedure behandeld (wel kinderen en jongeren), maar de voorbereidingen daarvoor waren wel in volle gang. Voor mij begon toen dus het lange wachten. Ter voorbereiding op de operatie moest ik alvast oefeningen, onder leiding van een Cesartherapeute, gaan doen, om de rug- en borstspieren te versterken.
(CT scan)
De operatie
In december 2003 was daar dan eindelijk het verlossende telefoontje: met ingang van januari 2004 zou er worden gestart met de Nuss-operaties bij volwassenen!
Op 21 januari 2004 ben ik, als eerste volwassene, in het AZG te Groningen met de Nuss-procedure geopereerd. Er is één metalen stang in mijn borstkas ingebracht.
De primeur te hebben heeft zeker zijn voordelen, maar ook zijn nadelen. Het voordeel is natuurlijk dat je toch een wat bijzonder 'geval' bent en daardoor alle aandacht krijgt. Weer eens wat anders dan een bypass-operatie, wat op de afdeling Thoraxchirurgie dagelijkse kost is.
Een nadeel is, dat er nog geen ervaring was opgedaan met wat 'rijpere' patiënten en het daardoor ook wat zoeken was naar de juiste 'nazorg' na de operatie. Het protocol dat bij deze ingreep normaal gesproken wordt gevolgd, bleek op mij niet zomaar toepasbaar te zijn.
Maar eerst de operatie zelf: Op 20 januari 2004 mocht ik mij in het ziekenhuis melden. De dag daarna zou ik worden geopereerd. Op de 20e werd eerst nog een hartfilmpje gemaakt en bloed afgenomen voor onderzoek. Daarna volgde de opname op de verpleegafdeling, gesprekken met de opnameverpleegkundige, de fysiotherapeut die mij na de operatie weer moest mobiliseren, de anesthesist die mij onder narcose zou brengen, de zaalarts, en natuurlijk de chirurge die de operatie zou doen. Deze nacht zou ik voorlopig voor het laatst op mijn zij slapen!
Woensdag 21 januari: de grote dag! De operatie stond voor 's middags gepland. Ik moest dus eerst de ochtend nog zien door te komen (zonder dat ik wat mocht eten en drinken). Gelukkig dat Harry Potter mij wat afleiding bezorgde (met deel 3 bleek ik al zwaar achter te lopen, dus ik had nog wat in te halen). Om half een werd ik naar de OK gereden. Op de OK werd het slangetje van de ruggenprik voor de pijnbestrijding na de operatie (epidurale anesthesie) alvast ingebracht in de wervelkolom en een infuus in mijn linkerhand. Daarop werd er een vloeistof via het infuus ingespoten, die wat branderig aanvoelde. Daarna: niets meer. Onder narcose.
(het slangetje en de spuit van de epidurale anesthesie)
Een operatie volgens Nuss duurt bij jongeren ongeveer anderhalf uur. Omdat het lastig was om de stang achter mijn borstbeen langs te krijgen en het draaien door mijn minder flexibele borstkas ook een hele krachttoer bleek, heeft de operatie bij mij een uur langer geduurd.
Ik kwam om een uur of vijf bij op de Recovery. Ik was direct vrij helder. Ik had een zuurstofkapje op, dat daarna werd vervangen door een zuurstofslangetje in de neus. Ik kwam echter wel bij met enorm veel pijn en dat was natuurlijk niet de bedoeling. De epiduraal bleek niet helemaal goed te zitten. Zo goed en zo kwaad als het ging probeerde de anesthesist het slangetje in mijn rug een paar millimeter terug te trekken (dit was blijkbaar tussen twee wervels in gaan zitten in plaats van in het wervelkanaal). Ik moest perse plat blijven liggen, dus het moest allemaal wrikkend tussen rug en bed gebeuren. Daarna werd er een 'bolus' (een extra 'shot' verdovingsvloeistof) gegeven, waardoor de verdoving 'naar beneden' werd gespoten en toen gelukkig wel goed werkte. De volgende ochtend werd ik teruggebracht naar de afdeling.
Na de operatiemoest ik 48 uur volkomen plat blijven liggen. Dat lijkt erg lang, maar het was voorbij voordat ik er erg in had.
De eerste dagen na de operatie
In de dagen daarna kreeg ik wat problemen met de verdoving via de ruggenprik. Ik werd erg suf (de gebruikte pijnstilling was een morfine-achtige stof). Ik kon mijn ogen bijna niet openhouden. De medewerker van het pijnteam heeft geprobeerd deze sufheid wat te verminderen door de dosis aan te passen naar 6 ml per uur. Dat had alleen weer tot gevolg dat de pijn ondraaglijk werd, dus dan toch maar weer naar de oorspronkelijke dosering van 8 ml per uur. Er zat niets anders op; dan maar suf.
Volgens het protocol zou de epiduraal na 3 tot 5 dagen wel gestopt kunnen worden. Op zondag 25 januari besloot de verpleging dan ook, in samenspraak met het pijnteam, om deze opnieuw af te bouwen. Dat bleek niet zo'n succes. Opnieuw kreeg ik erg veel pijn (die voornamelijk schijnt te worden veroorzaakt door de opgerekte spieren tussen de ribben). Om de pijnstilling weer goed te krijgen, belandde ik uiteindelijk op een nog hogere dosering (10 ml per uur) dan de oorspronkelijke, terwijl het tot twee keer toe noodzakelijk bleek dat een anesthesist een extra 'shot' gaf. Dat laatste omdat de verdoving net boven het pijnlijke gebied ophield en dus verder naar beneden moest worden gespoten. Gezien deze 'ellende' werd mij de dag daarna een rustdag gegund, maar ik moest natuurlijk toch een keer van de epiduraal af. Eerder kon ik ook niet naar huis.
Op dinsdag werd daarom toch maar weer begonnen met het afbouwen en nu ging het goed! Het heeft tot vrijdag 30 januari geduurd voordat de epidurale verdoving helemaal tot 0 afgebouwd was en het slangetje in mijn rug verwijderd kon worden. Na nog een weekendje blijven mocht ik dan maandag 2 februari eindelijk naar huis!